In 2002 heeft de plaagdierenbestrijding van de gemeente Nieuwegein er een nieuwe taak bij gekregen: de bescherming van diersoorten. Dit staat vermeld in het jaarverslag 2002, dat het college van B & W onlangs heeft vastgesteld. In het jaarverslag worden de volgende diersoorten onderscheiden: zoogdieren, insecten, vogels en alle overige diersoorten. Het afgelopen jaar is er ook veel tijd gestoken in preventie en voorlichting.
Naast adviseren over en bestrijden van plaagdieren, richt de plaagdierenbestrijding zich nu ook op de bescherming van diersoorten. Het gaat daarbij om vleermuizen, marterachtigen en spitsmuizen. Deze dieren zijn in de nieuwe Flora- en Faunawet beschermd. Dit betekent dat hun schuilplaatsen op geen enkele wijze verstoord mogen worden. De plaagdierenbestrijding heeft als taak burgers en bedrijven te overtuigen van het nut van deze dieren, zodat ze zoveel mogelijk met rust worden gelaten. Voor de melding van en vragen over vleermuizen is een meldpunt gestart. Inmiddels zijn er al diverse meldingen binnengekomen, waaronder een melding van een kolonie met maar liefst 80 vleermuizen. Voor deze nieuwe taak is de plaagdierenbestrijding uitgebreid met een extra arbeidsplaats. Hierdoor liggen de uitgaven dit jaar ook hoger dan voorgaande jaren.